Voedselpakketten zijn bedoeld als noodhulp voor mensen die korte of langere tijd financieel niet kunnen rondkomen. Er wordt gekeken naar het besteedbare bedrag per maand, na betaling van vaste lasten. Wij kijken niet naar bezittingen als een auto of een eigen huis. Je hoeft dus niet eerst alles te verkopen voor je bij ons aanklopt voor hulp.
Normbedragen
Wij hanteren landelijke regels en criteria bij het beoordelen of iemand een voedselpakket krijgt. Dat betekent dat je na aftrek van je vaste lasten niet meer dan een vastgesteld bedrag (het “normbedrag”) per maand te besteden hebt.
Per 1 januari 2024 wordt het normbedrag als volgt berekend:
€ 200,- (basis) plus € 115,- per persoon in uw huishouden.
Voorbeeld 1: éénpersoons huishouden
€ 200,- (basis) + € 115,- (€ 115,-/p.p.) = € 315,-
Voorbeeld 2: samenwonend stel zonder kinderen
€ 200,- (basis) + € 230,- (€ 115,-/p.p.) = € 430,-
Voorbeeld 3: alleenstaande moeder met twee kinderen
€ 200,- (basis) + € 345,- (€ 115,-/p.p.) = € 545,-
Het gaat hier dus om het bedrag dat overblijft om van te kunnen leven, nadat de vaste kosten zoals huur, energie, gas, water, verzekeringen, aflossing en schulden, zijn betaald.